Indonesië, Sumatra - 7/12/'15 t/m 15/12/'15 - Reisverslag uit Padang, Indonesië van Fleur - WaarBenJij.nu Indonesië, Sumatra - 7/12/'15 t/m 15/12/'15 - Reisverslag uit Padang, Indonesië van Fleur - WaarBenJij.nu

Indonesië, Sumatra - 7/12/'15 t/m 15/12/'15

Door: Fleur Betgem

Blijf op de hoogte en volg Fleur

22 December 2015 | Indonesië, Padang

Met onze backpacks stonden we te wachten op de public bus die ons naar het grote busstation zou brengen. Een kleurrijke minivan waarvan de deur altijd openstaat en de muziek op zijn allerhardst. De nacht ervoor waren we aangekomen in Medan en we waren nu onderweg naar Bukit Lawang, de jungle en de orang oetangs!

De weg was superslecht en onze chauffeur knettergek, we raceten tussen de palmolie plantages door, iedereen die maar in de weg stond van de weg afduwend. Zelfs de locals in de bus zagen wit rondom hun neus, dan weet je genoeg. Na 3 uur achtbaan en perplext lachen kwamen we aan bij het mooie dorpje, Bukit Lawang. Het dorpje is niet groter dan een lange straat aan weerszijden van de grote rivier. Over een ietwat gammele hangbrug werden we geleid naar ons nieuwe guesthouse. De lucht is hier zo fris, de natuur om je heen prachtig en je hoort de dieren in de jungle.

We boekten onze trekking bij een vriendelijke local, morgen op zoektocht naar de orang oetangs! S'avonds kwamen we in ons GH een ander Nederlands stel tegen die al de trekking gedaan hadden, en de foto's van deze grote apen waren prachtig. Na een gezellige avond vol backpackerverhalen gingen wij ook maar slapen, dromen over morgen.

De volgende ochtend werden we opgehaald door Andy en Putra, onze gidsen voor de komende 2 dagen. Samen met 3 Australiërs op blote voeten en de ietwat nerderige Britse Neal trokken we de jungle in. De Indonesische jungle vind ik tot nu toe het allermooiste, alles beweegt om je heen, het bos leeft. In het eerste halfuur werden we al omringd door Makaken en je hoort nog veel meer geluiden die je niet kan thuis brengen. Bomen van 4,5 eeuw, magic mushrooms en mieren ter grootte van je kleine teen. Ook paden betaan hier niet echt, Putra liep met zijn mes voorop om de baan 'vrij' te maken. Klauterend door de jungle, je vastgrijpend aan de lianen en wortels van de bomen vonden wij onze weg door het dichte woud. De bomen zijn hier gigantisch en de wortels uit de grond ook. Ze vormen dan een trap en houvast voor je, wat het lopen iets makkelijker maakt.
Het was niet echt een vaste route die wij hebben gelopen, je gaat op zoek naar de orang oetangs en de gidsen weten ook nog niet waar ze zitten. Je probeert ze te roepen, je let op oranje vlekken in toppen van de bomen of bomen die opeens wel heel hard wiebelen. En opeens had Putra een groepje gevonden. We keken naar boven en ze staarden ons allemaal aan. Toen we naar boven gingen om dichterbij te komen, sloegen er een aantal op de vlucht en een kwam uit de boom om even te laten zien wie de baas was. "Come back, come back, quick, quick!" Van een veilige afstand mochten we ze bekijken. De orang oetang die op de grond stond, besloot dat we veilig genoeg waren en klom weer terug de boom in, maar wel recht boven ons om ons in de gaten te blijven houden. Deze had ook een kleintje, die vrolijk van top naar top klom, en de gidsen waarschuwden ons voor de 'golden shower'. Hij was nog niet uitgesproken of er kwamen al druppels naar beneden. Ik kon zweren dat de kleine bewust op ons aan het mikken was. Na 3 kwartier gehypnotiseerd naar boven kijken, kwam de orang oetang met haar kleintje steeds dichterbij. De gidsen vermoedde dat ze nieuwsgierig was naar wat er in onze rugzakken zat en adviseerde om weg te gaan. We zijn dieper de jungle in gelopen en daar onze lunch gegeten. De tocht naar ons kamp was pittig en ik was blij toen ik ons kamp zag liggend aan een riviertje.

In het kamp werden we verwelkomd door Thomas, de funky monkey, de nieuwe beste vriend van Roel (na omkoping met wat koekjes). Het leven is hier simpel en puur. Er wordt gekookt op hout vuurtjes, je kan je wassen bij het watervalletje aan het begin van de rivier, er worden kaartspellen gespeeld met de gidsen terwijl het steeds donkerder wordt en je de heldere sterrenhemel kan zien boven de jungle. Je slaapt op hout onder een plastic zeil en je bent snel in dromenland door alle geluiden om je heen.

De varanen die je goedemorgen kwamen zeggen als je tanden aan het poetsen was bij de rivier waren iets minder prettig, maar je wordt hier heerlijk wakker! De gidsen en de locals in het kamp zorgen goed voor je en een ontbijt stond al snel voor je klaar. De tocht ging naar het hoogste punt van de jungle (vloeken, zweten, hijgen en nog eens vloeken) om van het uitzicht te genieten en daarna weer terug omlaag richting de rivier waar het raften van start zou gaan. Met jungle kronen op ons hoofd die Putra voor ons had gemaakt zaten Roel en ik voorop in de band, Jungle King & Jungle Queen, hup die rivier af! Doorweekt van een crash en met buikpijn van het lachen werden we bij ons GH afgezet.

De volgende dag niks meer gedaan behalve de voetjes omhoog, boek gelezen, Roel heeft fikkie gestookt met de locals, we zijn met Putra naar een voetbalwedstrijd in het dorpje geweest en de tassen waren weer ingepakt. Morgenvroeg reizen we naar Lake Toba.

Dachten we.

Rond middernacht werd er hard op onze deur gebonst. "Wake up, wake up, water is coming!" Putra stond voor onze deur. "Wake up my friend, maybe we have to go to jungle. Maybe not safe here!" Ik maakte de deur open en trof daar onze gids aan die wees naar de rivier. "Water is coming!" De rivier die vanmiddag zo kalm was en we de dag ervoor nog hebben afgeraft was 5 meter gestegen. De rivier sleurde bomen van 15 à 20 meter met wortels en al mee. Huizen die aan de waterkant stonden werden door het water geteisterd en stortten met een afschuwelijk krakend geluid in de rivier. Putra: "Maybe we have to go to jungle men, not safe here." Hij had precies genoeg gezegd, binnen 2 minuten stonden we aangekleed buiten met onze jas aan en het allerbelangrijkste in een klein rugzakje. Ik stond al vooraan om de jungle in te rennen, maar we moesten van Putra nog even wachten om te kijken wat het water deed. Zo hebben we 1,5 uur samen aan de waterkant gekeken naar alles wat de rivier met geweld mee trok. 3 van de 4 bruggen waren al kapot geslagen. 1 compleet weg, alleen het stenen trapje waarmee je de brug kon opstappen stond er nog, de andere 2 waren bomen in blijven hangen. Het water kwam niet hoger, het zakte zelfs en de locals werden weer ontspannen. Er werdt weer gelachen en tegen ons (of ja, tegen mij) dat ik me weer kon relaxen en naar bed kon gaan. "Is safe now! No more worries."

De volgende ochtend liepen wij met ons hebben en houwen over de enige brug die het nog deed richting het busstation. De schade was nu veel beter te zien. We liepen langs de plekken waar winkeltjes stonden en waar we nog naar businformatie hebben geïnformeerd of ik souvenirs heb staan bekijken. Weg, niks meer van te vinden. Het winkeltje in de bocht van de rivier had welgeteld 7 bomen binnen gekregen en sommige huisjes hingen er verscheurd bij. Een grote stenen massieve trap van 6 meter dik was er niet meer en we moesten door een ander huis zijn achterdeur om op de hoofdstraat uit te komen. Maar toch, de locals waren opgelucht: "Nobody got hurt, nobody died." Het voelde raar aan om zo'n fijne plek achter te laten die zo goed voor ons had gezorgd en nu zelf in de problemen zat. Roel had nog nagevraagd of we ergens iemand konden helpen of ze graag wouden of we langer bleven, maar de hulp werd vriendelijk weg gewuifd.

Een hele dag bussen weer voor ons, minivan, public bus, grote bus en tenslotte de ferry om ons naar Samosir te brengen in Lake Toba.
Het valt ons op dat hoe verder we Indonesië ingaan, hoe meer hoofden zich omdraaien naar die 2 blonde mensen en er wordt gegiecheld en gezwaaid onder een luid "Hello misteeeer, hello miss!". We zwaaien terug, wat voor nog meer gegiechel zorgt.
In Sibayak Guesthouse konden we eindelijk ontspannen en verwerken wat ons tot nu toe allemaal is overkomen in Indonesië.

Aangezien we in de nacht aankwamen, was de volgende ochtend een verassing. De Lonely Planet beschrijft Lake Toba als helder opaalblauw water, omringd door de hoge bergen die versierd zijn met kleine watervallen en kronkelige rijstvelden. Nou, precies dat. It takes your breath :-).

Op Samosir leefden vroeger kannibalen, de Batak. De cultuur zit vol met rituelen, dansen en toverspreuken met bijbehorende staffen. Vol enthousiasme klommen Roel en ik op de scooter, op zoek naar de cultuur en de kannibalen. Helaas blijkt bijna iedereen bekeerd te zijn tot de katholieke kerk en het dichtste bij dat we bij de kannibalen kwamen was in het musueumpje (ongeveer 12m2) over de Batak cultuur en de ouderwetse Batakhuizen. De tandloze en megavriendelijke beheerder maakte onze teleurstelling weer een beetje goed door een uitgebreide fotoshoot met ons te willen en van ons te hebben gemaakt.

Op de scooter zijn we nog naar het hoogste punt van de omgeving gereden voor magisch uitzicht, gestopt bij de hotsprings en hete pisang goreng (nieuwe favoriet!) gegeten op de markt. De dagen vlogen voorbij en voor we het wisten stapten we in de bus die ons in 17 uur naar Padang zou brengen.
Een busrit from hell! Er waren nog precies 2 stoeltjes vrij, wat noodstoeltjes blijken te zijn waar ongeveer 1,5 persoon oppast. Gezellig, knus met zijn 2tjes. Het werd nog gezelliger en knusser toen het bleek dat je in de bus mag roken in het rokershok. 3x raden waar wij naast zaten? Ja, goed zo! Het rokershok, die niet zo luchtdicht bleek te zijn en de mensen regelmatig de deur van open lieten staan. En weet je wat deze reis nog leuker maakte? Er was een toilet aan boord. Heel praktisch. En wie zitten er naast het toilet? Jawel, Roel en Fleur zijn present. Zo begon de hobbeldebobbel rit naar onze laaste bestemming in Sumatra. Slapen, wat is dat? Als je eindelijk in slaap was gedommeld kwam er een doordringende vlaag van het toilet af, zo eentje waarvan je oerinstincten alarm slaan en je ogen wijd open gaan staan.
De kers op de taart was een landslide op de weg, waar de locals en de militairen al druk bezig waren om de bomen weg te slepen. 2 uur later konden we weer doorrijden.

Na een paar uur weer een stop voor frisse lucht, de benen even strekken en een sanitaire stop. Ik volgde de bordjes 'wanita' en kwam aan bij het vrouwen toilet. En wat ik daar aantrof, zorgde ervoor dat ik verbijsterd stil stond. Niet wetend wat ik met deze situatie aan moest. In plaats van afgesloten hokjes was het toilet een grote ruimte met een rijtje squatholes (à la het oude Franse toilet, alleen nog kleiner) achter elkaar. Hier zaten de Indonesische vrouwtjes vrolijk met elkaar te kletsen terwijl ze squattend hun behoefte lieten vloeien. Ik heb een volle minuut dit bestudeerd en toen realiseerde ik me weer dat ik ook moest plassen! Billen, wit of bruin, die van mij mochten er ook tussen hangen. Zo ging ik boven het middelste gat hangen met mijn witte billies. Mijn blaas had plankenkoorts gekregen en weigerde zijn dienst te doen. Ik probeerde me te concentreren: 'Ontspan, ontspan, wees zen, zennnnn!'. Wat vrij moeilijk was met de scheetjes symfonie van mijn achter buurvrouw en ik probeerde niet te staren naar de bilnaad van mijn voorste buurvrouw. Uiteindelijk ging ik braaf mijn bakje water halen om mijn squathole schoon te spoelen. Ik liep de hoek om en zag hier nog meer vrouwtjes gewoon op de vloer squattend hun gang gaan. Daar moest ik doorheen om mijn bakje water te halen. Nee, stop. Dit kan mijn Hollandse ik niet meer aan. En ben snel terug naar Roel gevlucht die dit verhaal maar wat grappig vond. Weer een ervaring rijker.

Eindelijk was Padang in zicht en sleepten we onszelf naar een hotel met een warme douche en een goed bed. Onderweg werd er weer enthousiast naar ons gezwaaid, getoeterd en politiemannen kwamen een praatje maken met deze rare westerlingen. Ze willen allemaal weten waar je vandaan komt en waar je naar toe gaat. Een bordje nasi, pisang goreng en een hete douche zorgden ervoor dat we ons weer een beetje mens voelden. Op ons luxe bed verzonken we al gauw in dromenland en waren we de volgende dag weer fris voor de vlucht naar Jakarta.

Java, ben jij net zo mooi, vriendelijk en lief als Sumatra?

  • 22 December 2015 - 11:02

    Sabine:

    Wauw... wat een verhalen zeg!
    Wat heftig ook, dat water dat op je afkomt.
    En het lijkt me vreselijk om dan weer door te moeten en die mensen achter moet laten met die ravage.
    Maar zo zie je maar weer hoe erg wij gehecht zijn aan allemaal nutteloze spullen...
    Zij zijn gewoon blij dat niemand gewond is geraakt. Klaar!

    Ik heb me geprobeerd een beeld te vormen van het vrouwentoilet (sorry, gaat automatisch haha) en ben nu toch wel erg nieuwsgierig of mijn beeld klopt met hoe het er in werkelijkheid aan toe ging.
    Dus .... dat moet je me tijdens onze bij-klets-date maar eens haarfijn uitleggen :) xxx

    p.s. ik vraag me dus al super lang af of je jouw verhalen op de telefoon typt of dat je ergens een laptop/pc vandaan tovert?

  • 22 December 2015 - 11:27

    Roos:

    Lieve Fleur en Roel,

    Heerlijk om jullie ervaringen te lezen! En Fleur, je beschrijft jullie tocht echt prachtig, ik kan me er helemaal een voorstelling van maken.
    Super spannend om te lezen over de oerkrachten van de natuur waar jullie met je neus bovenop zaten.

    Waar ik oprecht hard om heb zitten lachen is de beschrijving van de busrit terug naar Pedang. Zoo herkenbaar en super grappig geschreven!

    Heel veel plezier voor het vervolg van jullie reis liefies!

    xx
    Roos

Tags: #vanatotzië

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Fleur

Actief sinds 04 Jan. 2014
Verslag gelezen: 187
Totaal aantal bezoekers 7794

Voorgaande reizen:

03 September 2015 - 05 Januari 2016

Van A tot Zië

30 Juni 2015 - 20 Augustus 2015

Fleur en het grote stokbroodavontuur 2.0

28 Maart 2014 - 31 Augustus 2014

Vive la France!

16 December 2012 - 30 December 2012

Filipijnen

Landen bezocht: